Op de grens van twee campussen vormt dit nieuwe studiecentrum een strategische en symbolische schakel in het universitaire landschap. Het gebouw bundelt een complex programma — bibliotheek, klaslokalen, auditoria, werkruimtes en kantoren — binnen een compact en helder volume. Het ontwerp zet in op transparantie, openheid en ontmoeting, met dynamische gevels, flexibele ruimtes en een centrale rotonde als verdiept plein. De interne werking is zichtbaar van buitenaf, wat bijdraagt aan de toegankelijkheid en sociale dynamiek. Duurzaamheid is integraal: bijna-energieneutraal, met passieve systemen, hernieuwbare energie en natuurlijke waterzuivering van afvalwater. Het gebouw overstijgt zijn fysieke functie en wordt het kloppend hart van de campus — een plek waar studenten, onderzoekers en externe partners samenkomen in een toekomstgerichte leeromgeving die interactie, welzijn en maatschappelijke innovatie stimuleert.
Criterium 1: Architecturale kwaliteit en context (3 punten)
Het studiecentrum onderscheidt zich door zijn heldere en coherente architecturale visie. Het ontwerp is gestoeld op formele eenvoud en ruimtelijke intelligentie: een compact volume waarin verschillende functies zorgvuldig zijn samengebracht. De gevels zijn alzijdig en dynamisch, met een uitgesproken aandacht voor transparantie en zichtbaarheid, waardoor het gebouw zich uitnodigend presenteert in alle richtingen. De centrale rotonde vormt een verdiept plein met terras en amfitheater — een architecturaal gebaar dat zachte mobiliteitsstromen verbindt en publieke ruimte activeert. De inplanting is strategisch gekozen op het kruispunt van circulatiestromen tussen zusteruniversiteiten die tot dusver gescheiden ontwikkelden. Het gebouw fungeert als ruimtelijke en symbolische verbinding, ingebed in de landschappelijke structuur. Het project respecteert de context en zet tegelijk in op vooruitgang: met innovatieve circulatiesystemen die sociale interactie en efficiëntie combineren, en een architectuur die samenwerking stimuleert. Het gebouw is ontworpen als een flexibele leeromgeving die zich aanpast aan veranderende noden. Materialen, zichtlijnen en daglichtgebruik dragen bij aan een warme en menselijke schaal. Het gebouw slaagt erin om de noden van vandaag te verzoenen met de ambities van morgen, in een architecturale taal die helder, open en toekomstgericht is. Een grote effort is gedaan om zowel structureel als architecturaal de profilering en kolommen zo slank mogelijk te houden. Knusse hoeken wisselen zich af met groter etherisch aanvoelende ruimtes, mogelijk gemaakt door de optimalisatie van materialen, slanke profielen en kolommen. Dit was zowel structureel als architecturaal een huzarenstuk, door de ruimte zo slank mogelijk te houden om dit effect te bewerkstelligen. Ook naar technieken toe was er wel een opgave om alles – gezien de compacte footprint van het gebouw – zo efficiënt mogelijk te plaatsen.
Criterium 2: Duurzame aanpak (3 punten)
Duurzaamheid vormt geen toevoeging, maar een fundament van het ontwerp. Het gebouw is bijna-energieneutraal en combineert passieve systemen met hernieuwbare energie. Compactheid, oriëntatie en thermische prestaties zorgen voor energieoptimalisatie. Natuurlijke nachtventilatie, warmtepompen en structurele zonwering minimaliseren het energieverbruik, terwijl oververhitting wordt vermeden zonder actieve koeling. Een opvallend ecologisch element is het helofytenfilter dat het afvalwater op eigen terrein zuivert — een voorbeeld van lokale, gesloten kringlopen. De materiaalkeuze sluit aan bij een klimaatrobuuste visie, met energiezuinige, duurzame en deels hernieuwbare materialen die afgestemd zijn op de lange levensduur van het gebouw. De inpassing in het landschap versterkt de ecologische meerwaarde: groene zones en open ontmoetingsplekken bevorderen biodiversiteit, infiltratie en sociale interactie. Het ontwerp houdt ook rekening met circulariteit en toekomstige aanpasbaarheid. De interne structuur is flexibel, met multifunctionele ruimtes die eenvoudig kunnen worden heringedeeld naargelang de veranderende noden van onderwijs en onderzoek. Door op lange termijn inzetbare oplossingen te combineren met technische innovaties en een geïntegreerde visie, positioneert het gebouw zich als een toekomstgericht voorbeeld van duurzame architectuur. Deze ecologische benadering vertaalt zich niet alleen in milieuwinst, maar ook in een gezonde leer- en werkomgeving voor gebruikers: van voldoende daglicht tot materiaalgebruik dat welzijn ondersteunt. Het gebouw toont hoe duurzaamheid op alle niveaus — van technisch systeem tot menselijke beleving — samenkomt in een coherent en ambitieus geheel.
Criterium 3: Functionaliteit en gebruikerservaring (2 punten)
De gebruikerservaring stond centraal in elke fase van het ontwerp. Het gebouw faciliteert een breed spectrum aan activiteiten: studeren, lesgeven, samenwerken, ontmoeten, onderzoeken en ontspannen.
De centrale ontvangstruimte functioneert als foyer en vormt de schakel tussen het gebouw en de publieke ruimte. Twee circulatiesystemen organiseren het gebruik: een trage route slingert door gemeenschappelijke zones en nodigt uit tot ontmoeting, terwijl een snelle route directe verticale toegang biedt. Deze dualiteit ondersteunt zowel efficiëntie als spontane interactie. Er is bijzonder veel aandacht voor comfort: natuurlijk licht stroomt binnen via grote ramen en open atria, zichtlijnen tussen verdiepingen versterken de ruimtelijke samenhang, akoestiek en ergonomie zijn afgestemd op diverse gebruikersgroepen. De architectuur stelt de menselijke maat centraal: van intieme zithoeken tot uitnodigende groepsruimtes. Toegankelijkheid is universeel benaderd, met aandacht voor personen met een beperking, oriëntatie en gebruiksgemak. De inrichting is intuïtief, met heldere bewegwijzering en een open structuur die visuele oriëntatie vergemakkelijkt. De impact van het gebouw reikt verder dan zijn gebruikers. Als fysiek en symbolisch centrum van de campus draagt het bij aan de sociale en academische integratie van twee zusterinstellingen. Via consultaties en workshops met stakeholders werd het programma afgestemd op reële noden. Het gebouw is zo meer dan functioneel: het stimuleert welzijn, ontmoeting en maatschappelijke betrokkenheid in een inspirerende en toegankelijke omgeving.
