Reeds in 2008 kocht Montea de voormalige Lipton-site met een oppervlakte van 87.000 m² aan, waarbij de huurcontracten met de toenmalige bedrijven bleven verder lopen. In 2013 werd gestart met de afbraak van de oudste gebouwen en kwamen er nieuwe duurzame distributiecentra in de plaats voor o.a. Options en Sligro. De ontwikkeling voor Delhaize vormt het sluitstuk van dit herontwikkelingsprogramma.
De site in Vorst, een centrale plek aan de rand van Brussel waar Delhaize een groot Home Delivery-klantenbestand heeft, is de perfecte uitvalsbasis voor een home delivery center. Op deze locatie bevindt Delhaize zich nog dichter bij haar klanten in het Brusselse waardoor zij op hun beurt kunnen genieten van een nog betere service en nog versere producten, door de kortere afstand die afgelegd moet worden en producten die daardoor minder lang onderweg zijn.
Bij het design van het project werd een LCA-studie (Life Cycle Assessment) uitgevoerd waarbij de volledige ecologische footprint van de ontwikkeling tot einde levensduur in kaart werd gebracht. Hiernaast werd een circulariteitspaspoort opgemaakt waarin specifiek ingegaan werd op materiaal hergebruik, demonteerbaarheid of scheidbaarheid van materialen. Op basis van deze studies werd de keuze van specifieke bouwmaterialen en constructiemethodes bijgestuurd. Op het einde van het project worden de LCA en circulariteitspaspoort gefinaliseerd en wordt de eindsituatie in kaart gebracht.
Deze historische industriële site waar in het verleden nog een zeepfabriek gevestigd was, was bovendien sterk verontreinigd. Een grondige sanering was dan ook aan de orde bij de start van dit project.
Ook het gebouw zelf, met een oppervlakte van ca. 20.000 m², zal duurzaamheid en circulariteit ademen. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte door de parking op het dak te voorzien, waardoor een groot deel van de bestaande site onthard wordt en er ruimte gemaakt wordt voor een duurzame en biodiverse groenaanleg.
Dankzij een minutieuze ontmanteling van het oude gebouw zullen de gevelplaten herbruikt worden. Verder worden ook bestaande betonplaten verbrijzeld en opnieuw gebruikt voor de aanleg van de wegen rond en voor de opbouw van het nieuwe gebouw. Binnenin het gebouw gebeurt alle koeling en verwarming gasloos, door middel van warmtepompen. Het regenwater wordt opgevangen voor de toiletten en buitenkraantjes en gebruikt voor de koelinstallatie. Daarnaast komen er slimme lichtkoepels op het dak die zorgen voor optimale natuurlijke lichtinval.
Tot slot zal de restwarmte van de koelinstallaties worden gebruikt voor de verwarming van het gebouw. Buiten het gebouw worden oplaadplaatsen voorzien voor elektrische voertuigen en zijn de parkeerplaatsen op de begane grond waterdoorlatend. Het dak bestaat uit een combinatie van een “groendak” en een zonnecentrale. Het project ambieert een BREEAM excellent-label.
